Zwolle 3
Vrijdag 04 Maart 2011 om 00:00Vol nieuwe energie vervolgden we na de lunch onze stadswandeling door Zwolle. Hadden voor de onderbreking de zuidkant verkent, nu voerde de route ons naar het noorden. Aan de Grote Markt staat de Grote of St. Michaëlskerk. Deze kerk had oorspronkelijk een toren. Deze was zo hoog, dat hij kon wedijveren met de Dom van Utrecht. In 1669 werd de toren voor de derde maal getroffen door een blikseminslag en brandde af. Ruim dertien jaar lang heeft de ruïne van de toren hier nog gestaan, totdat ook deze instortte. Van het carillon bleef alleen het brons over, dat Zwolle voor een veel te hoge prijs aan Kampen verkocht. Toen de Kampenaren dit doorkregen, besloten ze het bedrag in centen te betalen. Volgens het verhaal komt hier de naam Blauwvingers vandaan, de Zwollenaren zouden blauwe vingers hebben gekregen van het tellen. Niet alleen door dit gebeuren hebben de Zwollenaren deze naam gekregen. In 1521 hebben zij het vertrouwen in de landsheer opgezegd en Karel van Gelre binnengehaald. De naam Blauwvinger werd aan iemand gegeven die meineed pleegde.
Op de spits van de toren van het noorderportaal staat een beeld van de aartsengel Michaël, in de middeleeuwen de schutspatroon van de stad en patroon van de enige parochiekerk. Zoals in de vorige logs over Zwolle was te zien, heeft dit beeld een dubbelganger gekregen op het plein, de 'Glazen Engel'.
Toen wij verder liepen, kwamen we op de Ossenmarkt. Aan dit voormalige veemarktterrein ligt de Onze Lieve Vrouwe Basiliek met Peperbustoren. We hadden gehoopt dat deze kerk wel te bezichtigen zou zijn, in tegenstelling tot de andere die we op onze route waren tegengekomen, maar we moesten te lang wachten voordat hij geopend werd. Nog steeds vind ik het jammer dat ik in geen enkele Zwolse kerk naar binnen kon.
De toren is gebouwd in 1484 en zou in 1538 verhoogd worden met een achtkantige lantaarn. De aannemer, Simon Pinet, ging er echter met een aanzienlijk voorschot vandoor. Na een brand in 1815 werd de lantaarn in 1828 weer opgebouwd en voorzien van zijn huidige dakbedekking, die hem de naam Peperbus heeft verschaft. De beiaard omvat 51 klokken, waarvan vier klokken dienst doen als volslagluidklok. Gedurende onze gehele wandeling werden wij regelmatig opgevrolijkt door het klokkenspel.
We liepen langs een hek en daar doorheen hadden we een prachtig uitzicht op de achterkant het Stedelijk Museum Zwolle. Deze achterkant was oorspronkelijk de voorzijde van het pand.
Voordat we bij de voorkant kwamen, passeerden wij een straat, waar al voorbereidingen waren getroffen voor het komende carnaval.
De oorspronkelijke achtergevel is verbouwd tot voorgevel, waarbij de daksierlijst in rococostijl werd aangebracht boven de oudere gevel met speklagen van ware blokken Bentheimer zandsteen, met aan weerszijden de figuren van Poseidon en Amfitrite. De kroonlijst bevat de wapens van de families Ens, Podt en Helmich (voormalige bewoners van het pand) en het wapen van de stad Zwolle.
Naast het hoofdgebouw van het museum staat een klein pand (op de foto hiervoor net aan de linkerkant te zien en naar mijn idee ook horend bij het museum) met een fraai ornament op de gevel. Terwijl we daarnaar stonden te kijken, probeerde eindelijk de zon door de wolken te breken. Het bleef bij proberen. Het werd daarom niet warmer en het was daardoor ook de koudste stadswandeling die we tot dusver hebben gemaakt.
Doorlopend kwamen we langs het Hopmanshuis. In de volksmond noemde men het ook wel 'Het huis met de 99 vensters'.
En nog weer verder lopend kwamen we uit bij de Stadmuur. Maar daarover morgen meer.
Tot slot van deze log weer een stoeptegel.
mijn inzending voor Thursday Challenge: (klik ?)